HOE RED IK MIJN CLUPPIE (vervolg)
Enige weken geleden heb ik onder de titel “Hoe red ik mijn cluppie” aandacht gevraagd voor de problemen waarmee verenigingen in de Haagse regio te maken hebben. Mijn aansluitende suggestie was om door middel van uitwisseling van ideeën, oplossingen, geslaagde plannen etc. elkaar wijzer en beter te maken. Letterlijk schreef ik:
,,Toch zie ik nog een mogelijke oplossing om deze omvangrijke problematiek aan te pakken. Een sturende werkgroep uit het amateurvoetbal met een zo ruim mogelijke spreiding in de achterban die zich gaat belasten met de inventarisatie van de vele problemen en een analyse daarvan. Gespecialiseerde subwerkgroepen zouden zich bezig moeten houden met de bestudering van gelijksoortige problemen en pogen om tot voorstellen te komen in de oplossende sfeer. Het is tevens een mooie gelegenheid om ervaringen en succesvolle plannen uit te wisselen.”
Opvallend was het dat in de afgelopen drie weken de KNVB plots met een soortgelijk plan, genaamd KNVB-Assist, komt. Alleen wil ze dan weer de teugels zelf in handen houden. Te vaak blijkt echter dat de KNVB voor dergelijke initiatieven inmiddels te ver van de clubs af staat. Zeker omdat de benadering van de verenigingen weer onduidelijk digitaal is.
Een andere reactie wordt vermoed in het initiatief van de voetbalvereniging Quick die in samenwerking met de RABO bank met clusters van tien verenigingen in contact wil komen met bedrijven en gemeenten.
Ik wil niet beweren dat mijn column een richting voor deze initiatieven heeft gegeven, het is wel opvallend dat via verschillende rails nu naar een gelijke bestemming wordt gezocht. Maar het is niet relevant hoe de zaak wordt aangepakt al er maar iets gaat gebeuren.
Om met een bekend Nederlander te spreken:”Het resultaat telt.”
WICHER
Wicher Schreuders is de afgevaardigde namens onze regio die zitting neemt in de Ledenraad van de KNVB. In een interview met het AD ontvouwde hij zijn ideeën en plannen voor de wijze waarop hij denkt zijn functie te moeten vervullen.
Voor mij was het aanleiding om hem de volgende brief te sturen:
,,Ik heb met genoegen en voldoening het interview gelezen dat jij met Dave Grondel (AD) hebt gevoerd. De door jou gesignaleerde knelpunten spreken mij volledig aan. Al jaren heb ik gefulmineerd tegen de sluipende beperking van de rechten van de verenigingen zoals die in een democratische organisatie zouden moeten passen.
Allereerst het ontmantelen van de agenda’s in de verschillende vergadercircuits door soms relevante onderwerpen niet op te nemen. Daarna de afbraak van 20 afdelingen naar 9 (later 6) districten. Het wegvallen van de regiovergaderingen en tamelijk recent het weer opheffen van de districten als vergaderstructuur en voorbereiding op de landelijke vergaderingen.
In de hierna ontstane situatie was de relatie tussen afgevaardigden en clubs te verwaarlozen. Ook door de beperking van het aantal leden voor de ledenraad tot 30 personen wordt een democratische structuur niet bevorderd. Terecht dat jij in een soort “noodmaatregel” zoekt naar een modus om verenigingen in clusters bij elkaar te brengen. Gezien de ervaringen in het verleden met betrekking tot de interesse van de clubs om bijeenkomsten van de “KNVB” te bezoeken, zou in de praktijk wel eens kunnen blijken dat deze vergaderingen voor een groter aantal moet worden opgezet. Deze nieuwe soort regiovergaderingen moeten een signaal zijn waaruit blijkt dat naar een herstel van verenigingsoverleg wordt gestreefd.
Het is mij bekend dat de mondigheid van de clubs in Zeist niet op alle niveaus werd gewaardeerd en daar naar een dankbare voedingsbodem werd gezocht om deze geleidelijk te elimineren. In mijn tijd als afgevaardigde werd de werkwijze van de algemene vergadering amateurvoetbal ook al met argusogen bekeken. Gezien mijn leeftijd gebeuren veel zaken in de voetballerij voor mij op afstand. Slechts in mijn driewekelijkse column bij Haaglanden Voetbal kan ik mijn hart luchten. Gezien de beperkte reacties, heb ik de indruk dat Zeist nog maar bij weinig clubs leeft en men zich inmiddels weerloos heeft neergelegd bij de huidige situatie. Ik wens je veel succes en – indien gewenst – ben ik uiteraard bereid een bijdrage te leveren.
VIJFDE KLASSE
In het kader van jouw functie in de ledenraad, wil ik je aandacht vestigen op de onrust die bij verenigingen heerst over het voornemen van de KNVB om onder het mom van de noodzaak tot opbouw van een pyramide in de voetbalstructuur, bij het zondagvoetbal in West II de 5e klasse weer in te voeren.
De huidige zondag 4e klasse bestaat uit 12 teams, ergo geen overschot om daaruit te laten degraderen omdat er geen andere kandidaten zijn om een vijfde klasse te formeren. Wat wel opvalt is, dat men in de districten West I (5) en Zuid I (4) wel met “zwevende” clubs zit. West II zou moeten gaan functioneren om de afdelingen in andere districten op een aanvaardbaar aantal te brengen. Het is duidelijk dat indelingen over de districtsgrenzen heen tot organisatorische problemen gaan leiden mede om de vraag of spelers bereid zijn om langere reistijden te maken. Zo ook de extra reiskosten die gemaakt moeten worden bij het spelen in andere districten. Je kunt moeilijk volhouden dat het belang van de betrokken clubs hiermede gediend is. Het is funest voor de kleinere verenigingen met alleen een team in de zondag 4e klasse.
Aanvullend merk ik nog op dat ik al een aantal signalen heb opgevangen dat “degradanten” uit de laagste standaardklasse bereid zijn over te stappen naar de reserveklassen in de eigen regio. Het moge duidelijk zijn dat het doorvoeren van degradatie in de 4e klasse zondag in West II geen oplossing zal bieden voor de KNVB omdat clubs niet bereid zijn mee te werken. Hoewel de KNVB autonoom het recht heeft om competities in te delen, zou ik toch een beroep op je willen doen om een poging te wagen Zeist van dit idiote plan af te brengen.”
(tot zover de brief)
DE GRENSRECHTER
Na de scheidsrechter is de grensrechter (thans assistent-scheidsrechter geheten) wellicht de meest bekritiseerde figurant buiten de lijnen. Bij de standaardklassen herkenbaar aan een tenue dat bij dat niveau past en in de lagere reserveklassen praktisch alleen te identificeren aan de vlag die hij hanteert tegen de achtergrond van een leeg complex zonder aandacht van toeschouwers of anderszins. De KNVB heeft deze figuur inmiddels opgemerkt als een storend element dat vaak het nodige ongenoegen oproept als hij doet waarvoor hij wordt geacht te functioneren. Met het constateren dat een bal al dan niet een lijn gepasseerd is, valt de kritiek over het algemeen wel mee maar gevaarlijker wordt het bij het zogenaamde buitenspel (degene die dat uitgevonden heeft, zou alsnog geëxecuteerd moeten worden).
De KNVB zou de KNVB niet zijn als er niet een proef zou zijn bedacht die een oplossing moet geven voor de geconstateerde ergernis. De drie opties (bespaar me de noodzaak ze te moeten noemen en uit te leggen) nemen de kern van het kwaad niet weg, namelijk de oneerlijke vlaggenist en de subjectieve waarneming en de ondeskundigheid van het publiek.
Zolang deze problemen niet zijn opgelost, zal elke variant op de praktische uitvoering van de taak van de grensrechter weinig bijdragen aan het wegnemen van de traditionele ergernis. Ook de taak van de scheidsrechter wordt er niet gemakkelijker op.
Overigens mag je je afvragen of het wel zo leuk is om als assistent-scheidsrechter een bijdrage te moeten leveren in het arbitraire deel van de wedstrijd. Als je ooit van je leven met een vlag in je hand langs het lijntje hebt gelopen, weet je dat het soms prettiger is om een hongerige tijger een tongzoen te geven dan dat slappe lappie op te heffen als je een overtreding wilt aangeven.
Dries Weber
© Haaglanden Voetbal
The post Column van Dries Weber appeared first on Haaglanden Voetbal.