Het was een turbulent seizoen voor Dick Boereboom (43), trainer bij zaterdag eersteklasser sv Nootdorp. De ploeg haalde een periodetitel en kon promoveren bijna via de nacompetitie. Dat lukte net niet. Hij zelf haalde het UEFA-A trainersdiploma, waardoor hij op het hoogste amateurniveau mag trainen of als assistent in het betaalde voetbal.
Tekst: Carel Goseling
Tegenover het positieve waren er ook mindere zaken: gedoe rond het thuisduel tegen Argon waarna het bestuur twee selectiespelers de deur wees. En een actie van de KNVB omdat Dick Boereboom niet optrad als assistent van hoofdcoach John Karelse. De betrokkene zelf lucht zijn hart, ook over het verleden en de toekomst.
Doelstelling
,,Toen we aan het seizoen begonnen hadden we twintig man. Een goede, brede selectie met kwaliteit. Voor de club was het al goed als we eersteklasser bleven maar wij, de staf, hebben toen gezegd: eindigen bij de eerste vijf is de doelstelling. In de voorbereiding ging het goed, zag je de potentie. Toen het seizoen startte gingen we langzamerhand geloven in de kwaliteit van het geheel. We verloren niet.’’
,,Hoe langer dat duurde, des te meer gingen we erin geloven. Tot aan de winterstop waren we ongeslagen. Het trainingskamp ging prima. De cohesie werd nog groter. Dat is erg belangrijk. Toen zijn we gaan zeggen: ‘We geloven in het kampioenschap’. We stonden toen vijf punten los. In de vier wedstrijden daarna verloren we tweemaal en speelden we ook tweemaal gelijk. Toen stonden we ineens weer met de benen op de grond. Dat was prettig, want iedereen begreep ineens dat het niet van zelf ging. Uiteindelijk hebben we tot de laatste dag meegedaan om de titel. Ik ben er heel trots op wat wij gedaan hebben als spelers, staf en club.’’
Argon
,,De wedstrijd tegen Argon, ja. We hadden vorig seizoen de affaire met Forum Sport. Nu wilden we meteen duidelijkheid. Meteen beslissen. Dat is goed geweest. Dat we een punt in mindering kregen, logisch. Het bestuur heeft besloten twee spelers weg te sturen. Ik wilde dat liever aan het einde van het seizoen doen. Je begint ergens samen aan en je eindigt samen. Maar ik begrijp de beweegredenen van het bestuur. Dat bij Argon het punt in mindering wegviel is zuur. Wij lijken nu als enige schuldig. Dat voelt als onrecht. Maar het is niet terug te draaien. Van de vijf wedstrijden daarna wonnen we er vier en speelden één keer gelijk. We eindigden met achttien selectiespelers. Het was krap maar het seizoen is niet als een nachtkaars uitgegaan.’’
,,Wat mijn eigen akkefietje betreft, dat was een heel bijzondere actie van de VVON. Voor het seizoen startte was de constructie al duidelijk. John Karelse zou mij steunen en helpen om UEFA-A te kunnen halen. Dat past ook binnen de KNVB-reglementen. Voor die cursus moet je dingen doen. Langzamerhand kreeg ik meer verantwoordelijkheden van John. De VVON is wezen observeren bij vier wedstrijden tussen december en maart, en twee trainingen. Op grond daarvan hebben ze keiharde oordelen geveld. In die periode moest ik voor de cursus trainingen verzorgen en coachen.’’
,,Toen het oordeel kwam dat we fout bezig waren, wilden we daar vol tegenin gaan. Maar we stonden vanwege Argon als in de schijnwerpers. Dus zagen we daar vanaf. John ging zich weer nadrukkelijker manifesteren. Ik was notabene formeel al in februari geslaagd voor mijn praktijkexamen. Dat is 80 procent van het totaal! Met mij pakken ze Buijs en Francken aan. Die zaten met mij op de cursus. Waarom geen mensen uit lagere klassen? Dat geeft kennelijk geen publiciteit.’’
,,Wat me stoort is dat er geen wederhoor is toegepast. Ik ken genoeg trainers die met dispensatie werken. Waarom worden die niet aangepakt dan? Het geeft voeding tot ergernis. Als ik naar mezelf kijk: wij hebben het goed ingevuld. Bij sv Nootdorp zijn drie trainers actief. Als je rijlessen volgt zit er ook iemand naast je die je helpt. En wij hadden ook nog Dick Sloos die heel belangrijk is. Het is ook logisch dat we samen doorgaan bij sv Nootdorp en John weer als manager gaat optreden.’’
Mooi gevoel
Dick is een rasechte Scheveninger, geboren in de Markensestraat. Zijn vader had een slagerij aan huis. Dick – de enige zoon – wilde voetballen. Dat mocht pas toen hij zelfstandig de Houtrustbrug over kon steken. Pa en ma moesten immers in de slagerij staan. Op zijn achtste was het zo ver: Scheveningen werd de eerste club van Dick. Zijn positie: spits. ,,Heb ik altijd gestaan’’, glimlacht hij nu.
Een jaar later een mislukt debuut in het Haags jeugdelftal. ,,Mijn trainer was belastingadviseur. Hij zou me naar de IJzerwerf brengen. Maar hij kwam te laat omdat een klant hem ophield. Toen we aankwamen was de wedstrijd al bezig. Ik mocht me nog wel omkleden. En speelde tien minuten. Daarna werd ik niet meer opgeroepen’’, herinnert Dick zich.
Een oproep kwam wel toen hij in de B1 speelde. Maar nu voor de zogenoemde ‘superselectie’ van de Haagse jeugd die eens per week bij ADO Den Haag trainde. De bvo pikte daar de parels uit. Medio 1990 was het de beurt aan Dick. Hij kwam in de A1-landelijk van ADO terecht. Na twee seizoenen werd hij opgenomen in de profselectie.
Vier voetbaljaargangen was Dick selectiespeler bij de bvo ADO Den Haag. ,,Ik heb, als invaller, 38 wedstrijden gespeeld in competitie en beker. Dat is echt een heel mooi gevoel. Ik had Harry van der Laan en Rick Hogendorp voor me, dus het was niet raar dat ik maar tot 38 invalbeurten kwam. Bij mijn debuut maakte ik de beslissende goal tegen Excelsior Rotterdam. Dan hoor je dat publiek op Midden Noord je naam roepen. Dat geeft zoveel power.’’ Kort na zijn debuut scheurde Dick zijn achterste kruisband af waardoor hij een jaar aan de kant stond.
Als trainers kende Dick Co Adriaanse, Mark Wotte, Nol de Ruiter, Lex Schoenmaker en Theo Verlangen. ,,Co en Mark waren erg vergelijkbaar. Aan hen heb ik erg veel gehad. Ze haalden het uiterste uit je’’, stelt Dick. In zijn laatste seizoen bij ADO werkte Dick halve dagen bij Ton Smit belastingadviseur. Op dat moment zat ADO ,,op het diepste dieptepunt. Qua voorzieningen en budget, daar lachte menig amateurclub om. Dick stelde me voor de keuze: hele dagen gaan werken of wegwezen. Zijn vriend was Henk van Leeuwen en via hem ben ik bij Tonegido terecht gekomen.’’
Harde kern
We schrijven medio 1996. Tonegido speelt zondag hoofdklasse, het hoogste amateurniveau toen. ,,Het niveau was gewoon goed. Kijk, zes jaar ADO raak je nooit kwijt. De kick van de supporters op Midden Noord die te keer gaan. De trots die je voelde als je het veld in het Zuiderpark op kwam. Tonegido was een andere wereld. Daar speelden Joost Timmer, Lemmy Stevens, Harry de Haas, Edgar Mossel, Eduard van der Star. Ik kwam samen met Gilbert Taument, Michel van Deenen, Mark Krommendijk.’’
,,Het was een heel mooie groep. Ik heb er acht jaar gezeten met de harde kern. Mark en Brian Moen kwamen iets later. We hadden enorm veel plezier. En behoorlijk wat winnaarsmentaliteit. Ik heb de stap nooit betreurd. Bij ADO was het apart. Het gevoel ‘nooit opgeven’. Dat had Tonegido ook. Dat intimidatievoetbal. Het was een heel mooie tijd en we hebben heel veel gewonnen (3x districtsbeker, 2x supercup, 2x algemeen kampioen van Nederland – red.).’’
Medio 2004 stapte Dick echter over naar HBS. ,,Ik had in december 2003 al aangegeven wel te zullen gaan. Trainer Rob de Lange had Melbi Rabboen als ‘assistent’. Een prima man maar ik zie niets in de conflictentheorie die hij erop na hield. Kennissen en vrienden haalden me over naar HBS te gaan. Ik vond het wel mooi. Twee keer trainen in plaats van drie keer, iets lager spelen.’’
Met Tonegido won Dick nooit een HC-beker. Dat gebeurde wel in zijn eerste seizoen bij HBS. De finale tegen Tonegido werd met 3-2 gewonnen. Dick scoorde niet, maar had de nog ontbrekende trofee wel binnen. In zijn tweede seizoen speelde Dick minder voor HBS ook door talrijke kleine blessures. Langzamerhand werd hij een soort assistent van trainer Wim de Jong. Dick ging ook op cursus voor TC 3 en 2 samen.
Dood
Dick: ,,Toen werd mijn vader ziek. Een maand later nam ik afscheid van hem. Ik had tijd voor mezelf nodig. Dus heb ik het een jaar rustig aan gedaan.’’ Uiteindelijk werd hij toch trainer van HBS 2. Na drie seizoenen vond hij het tijd worden op eigen benen te staan. ,,Ik had voor mijzelf al een parcours in gedachten. Kijken hoe hoog de lat ligt.’’ Medio 2011 werd Quintus zijn eerste baan als hoofdtrainer. In de vierde klasse. Het kampioenschap was het resultaat.
,,De club was prima maar in de vierde klasse ben je afhankelijk van de tegenstanders. Ik voelde me daarin niet thuis. In december was DUNO al langsgekomen. In de zomer van 2012 ging ik daar heen. Het eerste seizoen hadden we nog vier spelers van het seizoen ervoor. We moesten dus een heel nieuw team opbouwen. We wonnen de eerste periode. Na de winterstop kregen we het lastiger. En werd ik ziek. Ik was er een half jaar uit.’’
Bij een operatie ging het mis en Dick zweefde op het randje van de dood. ,,Dat tekent je. Je ziet ineens de betrekkelijkheid van alles in. Mijn vrouw Irene, met wie ik nu al dertien jaar samen ben, en mijn twee kinderen, Collin en Jessie, hebben me er doorheen geholpen. Het was een heel lastige periode, vol onzekerheid. Ik had nog een contract bij DUNO. In het tweede jaar liep het niet lekker. Toen hebben we in onderling overleg besloten er een einde aan te maken. Een dag later belde Bob Kootwijk of ik assistent wilde worden bij sv Nootdorp.’’
Trainer
Gesprekken volgden met Kootwijk en Karelse die Boereboom verweet na zijn vertrek bij ADO niet voor Wilhelmus te hebben gekozen waar hij toen trainer was. ,,Nootdorp is net als Kwintsheul; een dorp. Het is een prachtige club met een mooie uitstraling. Duidelijk en niet moeilijk doen. Er stond destijds een heel goede spelersgroep, het raamwerk voor het succes later’’, stelt Dick.
Na een half seizoen kwam het echter tot een breuk tussen Kootwijk en de sv Nootdorp. ,,Voetbaltechnisch en tactisch was er geen enkel probleem. Er ontstond frictie tussen Kootwijk, bestuursleden en Karelse. Ik dacht toen niet ‘Jezus, waar ben ik in terecht gekomen?’ Op amateurniveau kun je niet van alles eisen. Tenzij je mensen betaalt, dan wel.’’ Wanordelijkheden bij het duel Forum Sport – sv Nootdorp hadden bovendien hun effect op het presteren van het eerste. De Nootdorpers zakten weg op de ranglijst.
Het seizoen 2015-2016 ging het echter boven verwachting. Dat werpt de vraag op wat voor trainer Dick Boereboom is. ,,Ik praat nooit over individuele spelers. Ik praat over het team. Dat is belangrijk. Ik ben open en eerlijk. Duidelijk. Ik praat niet om te praten. Ik vraag spelers ook om kritiek te leveren. Acceptatie betekent prestatie. Bij problemen spring ik er niet gelijk bovenop. Ik pas hoor en wederhoor toe. Probeer tot een win-win situatie te komen zodat er geen verliezers zijn.’’
,,Ik hanteer geen strakke regels waarbij ik spelers schors of terugzet naar het tweede. Natuurlijk eis ik discipline. Maar spelers moeten weten waar ze aan toe zijn. Een individu is niet belangrijker dan het team. Als iedereen dat beseft gaan dingen ook gemakkelijker, bijna vanzelf. Je moet problemen ook niet groter laten worden dan ze zijn. Dat kan als je zaken open en eerlijk uitspreekt.’’
Ambities
Waar liggen je ambities? ,,Dit niveau is prima. Ik ben geen clubhopper ook al doet mijn tijd bij Quintus en DUNO dat vermoeden. Ik ga nu mijn derde seizoen bij sv Nootdorp in. Ik kan me een vierde voorstellen. Dat is ook de intentie. Voor mij is de tweede divisie de eindstreep. Ik geef mijn baan als adviseur zakelijke verzekeringen met specialisatie horeca bij Meeùs niet op voor een bvo. Die baan is de basis voor mij en mijn gezin. Mijn zekerheid.’’
© Haaglanden Voetbal
The post INTERVIEW: ‘Trotse’ Dick Boereboom maakt de balans op appeared first on Haaglanden Voetbal.