HAKKIE HARING
De keeper van ADO/Den Haag heeft zich gekandideerd voor een plek op de werelderfgoedlijst. Waar een gewone voetballer zijn acties vooruit pleegt te doen, ging Hansen in z’n achteruit. Ik hoef u zijn beweging niet te schetsen, die is in de media bijna meer omschreven dan de landing op de maan.
Er zijn ook al keurslagers die op woensdag de Hansengehakbal willen promoten. Waarom moet ik nu zo nodig Hansen uit zijn doel halen om in mijn column te figureren. Wilt U mij volgen?
Mijn puberjaren moet u zoeken tijdens de Tweede Wereldoorlog. Na vijf jaren angst, honger en nog meer ellende die bij zo’n catastrofe horen, kwam er na de bevrijding een toenemend herstel van de jeugdige behoefte om je uit te leven na een geslaagde poging van overleven.
Een middel was sporten. In mijn woonomgeving lag het speelterrein van de Beijersstraat. Onder begeleiding van een onderwijzer die vrijwillig in de avonduren zijn vrije tijd opofferde – in die tijd Meester Mus – werden allerlei sporten beoefend waarbij voetbal uiteraard favoriet was. Meester Mus was echter streng, er mocht pas in het laatste uur gevoetbald worden. Op dat terrein zijn menige Haagse talenten tot ontwikkeling gekomen waarvan onder andere verenigingen als VCS, Celeritas, VIOS, RAVA en ADO hebben geprofiteerd.
En nu verschijnt Hakkie Haring op het toneel.
Deze jongeman woonde in de Brandtstraat en heette gewoon Ferdinand. Maar naast zijn niet onbelangrijke voetbalcapaciteiten beheerste hij ook de techniek om de bal net zo gemakkelijk met de teen als met de hak te kunnen bespelen. We wisten dat in zijn passeertechniek het “hakkie” een belangrijke plaats innam en toch werd je telkens weer vernacheld. Zijn burgerlijk vastgelegde voornaam werd nauwelijks genoemd maar met de achternaam Haring – ook niet zo gebruikelijk – ging hij de geschiedenis in als “Hakkie Haring”. Ik heb hem nooit meer gezien maar zie nog wel steeds die schijnbeweging in mijn herinnering.
Ik moest weer even aan hem denken, dankzij Hansen.
DE KOPEREN KIKKER
In de tijd dat de KNVB nog een benaderbaar instituut was en de Haagse verenigingen in hun jaarlijkse algemene ledenvergaderingen het afdelingsbestuur rechtstreeks ter verantwoording konden roepen, kon zij bogen op sterke afdelingsvoorzitters. Eén van hen was Nico den Doelder, die na een aantal jaren als voorzitter van ADO te hebben opgetreden, in 1968 werd verkozen tot voorzitter van de Haagse afdeling. Nico was een rechtlijnig denker en niet altijd even toegankelijk voor initiatieven van derden. Het kostte soms echt wel moeite om een discussie met hem succesvol te voltooien. In de tijd van zijn regentschap was ik één van de regelmatige opponenten en hoewel onze “strijd” fel kon zijn, had hij de gave en de sportiviteit om discussies los te zien van de persoon. Hoewel wij soms moeilijk tot een vergelijk konden komen, bleef de relatie goed. In 1978 droeg hij zijn post over aan Harry Jongbloed omdat hij uitverkoren was om voorzitter amateurvoetbal van de KNVB te worden.
Bij zijn afscheid van het Haagse circuit had hij een aantal personen uitgenodigd die met hem een speciale band hadden opgebouwd. Tijdens een apart agendapunt van de avond kregen de aanwezigen een bronzen kikker met een toepasselijk gedicht. Ik ben het product kwijt, maar kan me wel de strekking daarvan herinneren, namelijk de aanmoediging om zaken in een relativerende context te blijven zien en goede, sportieve relaties te laten prevaleren.
De kikker staat nog steeds op mijn bureau als presse-papier, maar misschien nog meer als herinnering aan de tijd dat de KNVB nog van ons was.
WORDT HET WEER FIJN LANGS DE LIJN?
Minister Van der Steur van Veiligheid en Justitie wil de hooligan-bestrijdende maatregelen zoals de club- en de combikaart en de intensieve toegangscontrole intrekken. Uiterlijk in 2020 moet iedereen die dat wil naar een voetbalwedstrijd kunnen gaan. Hiertoe dienen alle partijen die betrokken zijn bij het betaalde voetbal zich in te spannen, zoals de KNVB, de burgemeesters, de politie, het Openbaar Ministerie en de supportersclubs. In een overleg en samenwerking moeten er andere maatregelen gevonden om de notoire relschoppers uit de stadions weg te houden. Met allerlei juridische maatregelen worden ze al op de huid gezeten en een uitbreiding van maatregelen en systemen die de invloed van de hooligan tot een minimum beperken moet de nieuwe insteek zijn.
Het streven is loffelijk en is een opvolging van alles wat op dat gebied al is geprobeerd. Bepalend in de nieuwe aanpak is de wil om het probleem definitief op te lossen. Dat hierbij de veroorzaker van de ellende in geen enkel opzicht wordt ontzien, is een dwingende voorwaarde. Gezeur over privacy, aantasting van vermeende rechten van de supporter en dergelijke mogen geen belemmering vormen. Kortom, wie zich niet wil gedragen volgens de normen en waarden die in de stadions moeten gelden, is ongewenst en zal zonder genade de consequenties van zijn of haar gedrag moeten aanvaarden. Minister Van der Steur of zijn opvolgers zullen de moeite moeten nemen zich keihard op te stellen tegen alle pogingen van deze criminele onderlaag om de nieuwe aanpak te ondermijnen.
Voetbal is van het volk en niet van een kleine groep geestelijk gestoorden. Je zal je in het stadion moeten richten op het voetballen en ongein als vuurwerk, beledigende spreekkoren en dergelijke horen niet in de rol van de fatsoenlijke toeschouwer.
Pas als de hooligans er niet meer zijn, wordt het weer fijn, langs de lijn.
DOPING
Sport is een activiteit als een kapstok waaraan je allerlei goede en slechte eigenschappen van de mens kan ophangen. Recreatie, spanning, emotie, fair play, onsportiviteit, bedrog, fraude, matchfixing en ik laat het aan u om er nog veel meer deugden en ondeugden aan op te hangen.
Maar vergeet in geen geval het haakje met het woordje …… doping.
We hebben de Tour de France gehad en wederom hunkerde de media als een roedel hongerige wolven rond een kudde schapen om het enkele bewijsje van slikker of een spuiter. Haast teleurgesteld en zuurzoet waren na afloop de commentaren, maar de Tour scheen “schoon” te zijn gebleven.
Edoch uit de diepe krochten van de Duitse TV-zenders ARD/WDR en de Britse The Sunday Times kwamen de resultaten van 12.000 bloedtesten naar boven die tussen 2001 en 2012 bij 5000 atleten waren afgenomen. Bij meer dan 800 sporters bleken verdachte of abnormale waarden, waaronder meerderen die tijdens, NK, WK of Olympische Spelen op het podium hebben gestaan. Uit het volgende onderzoek werd ontdekt dat de Internationale Atletiek Federatie (IAAF) op het gebied van de dopingcontrole veel te laks heeft gewerkt. Aan de nieuwe voorzitter, de Engelse oud-atleet Sebastian Coe, de zware, onplezierige taak om dit klusje op een acceptabele wijze te klaren. Opvallend is dat dit disfunctioneren weer door de media is opgediept. Opvallend is ook dat de Nederlandse Dopingautoriteit daar totaal geen lucht van heeft gehad anders zou directeur Ram al luid trompettend in de voorste rijen hebben gestaan.
Hiermee in verband staand is de ontwikkeling dat de sportkoepel NOC*NSF flink wil korten in de subsidie voor het antidopingbeleid en wel een vermindering van € 800.000,00. Waar heel sportend Nederland de galg en de zeis gericht heeft op sporters die met verboden middelen bezig zijn, zou door dit besluit de deur wagenwijd opengezet worden voor misbruik omdat het financiële draagkracht onder de Dopingautoriteit zou worden weggeslagen. Hier dient NOC*NSF zich her te bezinnen, maar aan de andere kant zou directeur Ram zijn wat ingewikkelde en uitgebreide organisatie ook eens tegen het licht moeten houden.
Dries Weber
© Haaglanden Voetbal
The post De column van Dries Weber appeared first on Haaglanden Voetbal.